Gastenboek ZSG

Ja Tc6+.

De wit en de zwart speler uit het vorige probleem spelen weer tegen elkaar.

Onze zwartspeler weet intussen dat ie tijdens zo'n schaakpartij altijd een zooitje stukken weggeeft, dus om aan een resultaat te komen zit ie vrijwel altijd op pat te spelen.
Opgeven doet ie uiteraard nooit, immers dat is nou net waar hij mee bezig is, het zou pat kunnen worden...

De witspeler is wat volwassener geworden, hij wil nu een gewonnen stelling zo snel mogelijk winnen, sterker nog hij hoopt dat de tegenstander opgeeft, maar ja dat gaat niet gebeuren. 
Ook neemt hij na afloop geen jus d'orange, maar gewoon een éénheid. Niet tijdens de partij, dat moet ie nog leren...

De volgende stelling is op het bord gekomen:

Wit wil zo snel mogelijk winnen, wat moet hij doen, en in hoeveel zetten gaat het dan mat?

Ik zou zeggen Tc6+ 

Dit is een gevalletje dat vaak bij de jeugd voorkomt: "Meester, is dit schaakmat?"
Tja, na zo'n vraag wil je natuurlijk niet voorzeggen. Mijn standaardantwoord bij mat én bijna mat is dus altijd: "Als je tegenstander nog een zet weet die mag, dan mag je tegenstander die doen en anders heb jij gewonnen".

In jouw probleem Fred, is het te hopen dat de zwartspeler ziet dat de witspeler een penning heeft opgeheven. Anders (en dat komt bij de jeugd ook geregeld voor) is de partij alsnog vroegtijdig beëindigd door een vermeend mat.

Jannes van der Wal stond ooit op het punt één of andere fraaie combinatie uit te voeren. Dat feest ging niet door... Immers, zijn tegenstander gaf op... Jannes boos en eiste dat zijn tegenstander doorspeelde, maar dat is onmogelijk volgens de schaakregels:

Artikel 5: Het einde van een partij
5.1   1 De partij is gewonnen door de speler die de koning van zijn tegenstander heeft matgezet. Dit beëindigt de
           partij onmiddellijk, onder voorwaarde dat de zet waarmee de matpositie werd bereikt in overeenstemming is
           met artikel 3 en de artikelen 4.2 - 4.7.
        2 De partij is gewonnen door de speler wiens tegenstander verklaart dat hij opgeeft. Dit beëindigt de partij
           onmiddellijk.
5.2   ........

Dat doet mij denken aan de volgende stelling:

De witspeler heeft de dag van zijn leven. Hij gaat deze partij winnen, maar hij wil nog zoveel mogelijk zetten van de partij genieten. Om die reden heeft hij toen hij promoveerde geen Q gepakt maar een B. Hij heeft nu dus een witveldige loper en een witveldige B. En hij heeft alle geluk van de wereld dat zijn tegenstander niet opgeeft. Zelfs als deze tegenstander mat staat probeert hij eerst nog -- met de koning in de hand, zwevend boven het bord -- even alle velden waar de koning naar toe kan en als deze sportieve, niet perse goede, tegenstander ziet dat het echt mat is, dan legt hij zijn koning neer, en geeft de tegenstander een hand, en zegt "Geweldig gespeeld, daar kan ik niet tegenop, wil je wat van me drinken (ik neem een jus d'orange), dan kunnen we misschien nog even analyseren...".

De witspeler ziet dat zwart in het bezit is van een loper op c5, dus geen patgevaar (anders dolle-toren-achtige-toestanden). Dus onze witspeler wil voorlopig nog geen mat zetten, maar wat moet dan hij doen?

Er staat in de agenda dat er deze vrijdag blitz gespeeld wordt maar ik hoorde dat dit nog niet zeker is, Is dat al bepaald nu? Heb nameklijk iemand die wel eens mee zou willen spelen om te kijken hoe het is maar als het blitz is dan hoeft het niet zo nodig. Alvast bedankt!

1. d3 of d4.
2,3,4,5. koning naar a5
6,7 a4+b4

1.. c6#

Erik - Boris 0-1
Henk - Ferdinand 0-1
Robert - Edward 0-1
Brian - Harry 0-1

Rapid

Arjan - Erik        0-1
Boris - Ferdinand 0-1
Henk - Lex  1-0
Simon - Edward 1/2-1/2
Harry - Gideon       1-0
Jasper - Alfred        0-1
Jesse - Brian          0-1
Robert - Joris         0-1

De einduitslagen bij de jeugd zijn bekend. Alleen voor Aron en Huub is het nog spannend. Zij spelen vanavond een barrage voor de derde plaats bij de basisschooljeugd.

Zo dat zijn acht posts binnen 40 minuten, zeer waarschijnlijk geen record...