Leerlingen van het voortgezet onderwijs krijgen in de competitie 100 barragepunten. Zo wordt voorkomen dat de computer de leerlingen uit het basisonderwijs indeelt tegen de jeugd uit het voortgezet onderwijs. De puntentelling is 6 punten voor een gewonnen wedstrijd, 4 punten bij oneven, 3 bij remise, 2 bij afwezigheid en 1 bij verlies. Als er veel gewonnen wordt dan krijgen deze spelers de sterkere tegenstanders. Schakers die een aantal partijen verloren hebben, spelen daarna tegen schakers die ook al een aantal partijen verloren hebben. De leukste en spannendste schaakpartijen zijn partijen waar tegenstanders aan elkaar gewaagd zijn. Daar leer je als speler ook het meeste van.