Gastenboek ZSG


Bericht schrijven  |  Inloggen  | Nieuwe gebruiker  | Volledig scherm


 |  van 988
  1

WC-eend
13 april '18
14:13:20

Wij van WC-eend feliciteren Joris


Boris
13 april '18
11:41:23

Ik zie dat ik de topscorer-trofee alvast in ontvangst kan nemen.


MGA
12 april '18
15:26:17

Ook dit seizoen wordt het vlaggenschip breed gedragen, maar er kunnen wellicht nog meer bij:

 


Roerd
12 april '18
11:39:45

Hij speelde eerst ook nog d6 natuurlijk.


Roerd
12 april '18
11:21:39

Dan moet je ook googelen op "Pterodactyl chess", dan krijg je het volgende te zien:

mijn tegenstander speelde een soortgelijk systeem maar dan vertraagd met eerst Pf6 voordat hij c5 speelt. 


Ferdinand
12 april '18
11:14:02

Roerd, dank voor je verslag.

Ben ik de enige die niet weet wat de Pterodactyl precies is, schaaktechnisch? Google laat alleen wat dinoplaatjes zien. Deze is van dinosaurpictures.org 


BeyonGĂ©
12 april '18
10:26:54

Fijn verslag, Roerd! Eén van de sterktes van ZSG! Zie ook het verslag van Henk van S. op de voorpagina!


Mediaevist
12 april '18
09:29:15

lekker met pionnetjes strooien > https://lichess.org/edpFsbQp#30


Snuif
12 april '18
06:44:03

Mooi verslag, Roerd!

 Veel succes alvast voor 12 mei!


Roerd
11 april '18
23:20:36

ZSG 2 stunt(elt) zichzelf naar de finaledag

In de kwartfinale van de OSBO cup stond er, niet voor het eerst dit toernooi, een promotieklasser op het menu. Op voorhand zou je dus zeggen dat het best een lastige kluif zou kunnen worden voor ons, in de eerste klasse in degradatienood verkerende, tweede team. Maar waar het met ons competitieteam vaak stressen is met invallers, hangt er bij het bekerclubje dit hele seizoen al een vrolijke rust. Al sinds we in de eerste ronde met een stunt promotieklasser rokade1 uitschakelden weten we dat alles wat daarna is gekomen mooi meegenomen is. Zo kwam het dat we vol honger om te stunten, maar zonder druk om te moeten presteren, afreisden naar Arnhem om aan te treden tegen ASV4.

We besloten om de opstelling de ANPARC maar eens niet aan te passen en zo kwam het dat we in de volgende opstelling speelden:

Bord 1: Sjoerd (1785) (wit) – Gerben Hendriks (1795)
Bord 2: Albert (1858) – Ruud Wille (1833)
Bord 3: Caspar (1480) – Bert Duijker (1837)
Bord 4: René (1814) – Désiré Fassaert (1871)

Albert was relatief vroeg op de avond klaar met een, zoals altijd, oerdegelijke partij. In een gesloten middenspel kreeg Albert de mogelijkheid om het centrum helemaal vast te schuiven waardoor hij een ruimtevoordeel kreeg, nul zwaktes overhield en er ook nul vooruitzicht was voor spel van de tegenstander. Nadeel was alleen dat er ook niet heel veel spel meer voor Albert was. Hij leek misschien nog wel wat spel op de koning te hebben, maar met een paar zorgvuldige maar niet extreem moeilijk te vinden zetten bloede het spel daar ook dood, waarop de vrede getekend werd. ½-½

Zo rond elven was ook ik klaar met m’n partij. Gerben speelde een pirc gone draak / pterodactyl achtige opening, waarin ik wel wat ideetjes ken. Toch kreeg ik het idee dat Gerben, die alles á tempo speelde, het allemaal net iets te goed kende. Daarop besloot ik om ergens in de opening het ietwat provocatieve Dd4 te spelen met hoop op rommel. Hierop wist Gerben de antwoorden inderdaad niet á tempo en konden we een partij gaan schaken. Ik snoepte in de opening, misschien wel iets te provocatief, nog een pionnetje mee en liet het aan m’n tegenstander om te bewijzen dat het slecht was. Zwart had veel spel voor zijn pion, maar juist in dit soort posities lijk ik me de laatste tijd wel thuis te voelen. Ik kon de rest van de partij lekker keepen en vast blijven hangen aan het pionnetje, en toen mijn tegenstander een fout maakte was ik er ook als de kippen bij om de kwaliteit te incasseren. Gerben gaf direct op.
½-1½
Toen ik de partij de volgende dag in de computer stopte kwam ik er tot m’n schrik achter dat ik het ergens tussendoor helemaal wegegeven had (geforceerd hard hout verliezen). De toeschouwers dachten al dat ik goed weg was gekomen en ze hadden dus misschien best wel gelijk.

Toen ik klaar was leek de einduitslag me eigenlijk al wel bekend: Caspar stond straal verloren en René pot remise. 2-2 en vluggeren dus. Op zich geen slechte uitslag en bij het vluggeren zou 2-2 voldoende zijn aangezien onze winstpartij op bord 1 was. Daarnaast wordt er bij ZSG volgens mij toch wel bovengemiddeld veel gevluggerd na de lange partijen en leken onze tegenstanders gemiddeld toch wel een paar jaartjes ouder. Al met al had ik (en Albert volgens mij ook wel) behoorlijk wat vertrouwen in een goede afloop.

Ik ken geen speler die meer underrated is dan Caspar, en ook deze kwartfinale liet hij zijn kwaliteiten zien. Hij speelde attractief en had kansen om te winnen, maar miste ergens alleen een winnende variant, waar hij de rest van de avond nog flink van baalde. Een goed leermoment zullen we maar zeggen. Nadat hij de winst gemist had kreeg hij de deksel grondig op z’n neus en verloor hij een kwaliteit met een vrij kansloze stelling tot gevolg. De omstanders leken nog even kansen te zien toen zijn tegenstander zijn kwaliteit terug gaf, maar het bleek een offer om af te wikkelen naar een duidelijk gewonnen toreneindspel. Niet veel later moest Caspar de handdoek in de ring werpen.
1½-1½

De partij van René bleef over: pot remise, en dat zou eigenlijk het enige moeten zijn geweest dat ik over de partij te melden zou moeten hebben gehad. Hij speelde ook tegen Désiré Fassaert, bekend staand als de oerdegelijke koning van de remise. Désiré heeft echter een paar niet zulke goede sportieve ervaringen gehad met ZSGer’s in het verleden…
Nadat de torens waren afgeruild bleef er een dubbellopereindspel over wat op geen enkele manier een andere uitslag zou moeten hebben dan remise. René stond misschien iets actiever, maar Désiré had een heel simpel plan (niets doen) om de boel remise te houden. René had echter wel een mooi tijdvoordeeltje opgebouwd, en toen de situatie op de klok echt penibel werd voor Désiré, ging hij ineens iets doen! René vlocht snel een valletje waar Désiré pardoes voor viel: stuk in de doos en einde wedstrijd.
2½-1½
Achteraf bleek dat Désiré de stand in de wedstrijd niet goed meegekregen had, en daardoor dacht dat hij moest winnen. Zuur natuurlijk maar niet iets waar René of ieder ander lid van ons team ook maar een moment medelijden voor had. Het doorhebben van de stand is, zeker bij viertallen, nou eenmaal een belangrijk onderdeel bij dit soort wedstrijden en maakt het ook echt een teamsport. Met oog op de partijen van René en mij zijn we misschien best goed weg gekomen, maar achteraf kan je dus misschien wel zeggen dat we het op teamspirit gewonnen hebben.

Op naar de finaledag dus, waar we sowieso een paar sterke teams gaan treffen: alle overgebleven teams hebben een gemiddelde rating van boven de 1900. Alle teams? Neen! Één 1700-achtig team blijft dapper weerstand bieden tegen al het promotieklassegeweld dat op hen wordt afgevuurd. Het sprookje moet op 12 Mei een vervolg krijgen, en ik acht onszelf na al het gestunt wat we al hebben geleverd zeker niet kansloos. Al zou een ketel met toverdrank best kunnen helpen.

 |  van 988 |