Schaken en feestgedruis brengen geen punten

Door Harry ten Klooster

De ouverture van Das Boot in de KNSB-competitie was op de start-zaterdag van november. Zon, regen, striemende wind: buiten was het van tijd tot tijd guur. Schuilend bij viskraam Van Amerongen stond ik tegen het klapperende windscherm. Rillend, wachtend op de warme vis die mijn klamme handen moesten doen warmen. In de vroege zaterdagochtend van deze schaakdag had ik met spoed de zo mooi opgestelde borden vanuit de grote zaal naar elders moeten verplaatsen. Een gezelschap voor een circusopleiding had de zaal schijnbaar gereserveerd voor een training. Feestneuzen, fleurige kledij, hoedjes... Het was een clowneske bedoening aan de stamtafel. Het was een mooi stel, dat wel! Ze hielpen mij geheel vrijwillig met de verhuizing der stukken, borden en klokken. Zaal elf en vijf werden snel tot schaaktempeltjes omgetoverd. Zaal vijf (ik kende deze zaal niet), waar ik aan moest treden, leek wat weg te hebben van een semi-rustiek uitgevoerde kamer, met inbegrip van een grappige keukenoutfit, jaren zestig stijl. Waarom? Een greep: gebreid warmhoud dekentje voor de keramieken theepot, zoals mijn moeder vroeger ook had, al had zij meer gebruik gemaakt van de theemuts met zilveren knip. Bij het raam een soort van projector/viewer uit het Commodore 64 tijdperk, gezien de bruine omkasting, en een personenweegschaal uit grootmoeders tijd. In die huiselijke sferen was het goed toeven voor het complete octet van Das Boot. De gasten van SMB (Strijd(t) Met Beleid), Nijmegen hadden drie jeugdige schakers in hun gelederen mee naar Zwolle gebracht. Eén van hen mocht het volle punt mee naar huis nemen (bord 8), en het team de 3-5 overwinning. Hoe mooi de schaaksport kan zijn, werd aan mijn rechterzijde gereflecteerd. Onze - met respect gesproken - eminence grise speelde tegen de jonge dame die op haar hurken zittend het beste zicht over de schaaktafel moest verwerven. Naar schatting 75 jaren verschil op een enkele meter afstand in de strijd met elkaar. Henk won, al had het wat sneller gekund (mat achter de paaltjes werd gemist, Henk!). Ook op bord 7 kon voor Das Boot een punt worden genoteerd. Het duurde wat (te) lang, toch bracht Martin de vis, een Bijleveld, op het droge. Daarmee was de koek zo ongeveer op... Twee luttele halfjes werden nog aan onze score toegevoegd: zelf belandde ik vanuit een Scandinaviër, na de ruil der lichte stukken, in een gelijke stand waarin niet zoveel meer te verhapstukken was. Ik denk dat aan bord 4 (Kris) het ook ongeveer zo ging, maar dan met de Grünfelder. Twee keer een 1 en twee keer een halfje, dat maakt drie bordpunten. Drie bordpunten voor Das Boot: het dubbele van wat Het Vlaggeschip deze middag van de LOS-boys af kon snoepen. In die zin ging het beide wedstrijden analoog: de topborden incasseerden nullen. Kopman Albert (1) ging in een dicht geschoven stelling lange tijd gelijk op, kwam een kwal achter en dat redde zijn stelling niet. Aanvankelijk dacht ik dat Richard (2) het punt ging ophalen. Wat roestig schakend, trapte hij in een val (ook hier waren de paaltjes het doelwit, maar dan die van Richard) en hij verloor pardoes een toren. Gijs (3) was in de opening al niet zo gelukkig, en dat ging ‘van kwaad tot erger’ (steevast genoemd als Gijs een mindere dag heeft) tot het ergst: een nul! En die laatste 0 noemde ik al: bord 8. Ineke rekende... en rekende... en rekende en... vergat een mataanvalletje... Een valse start voor Das Boot. Er zat echt wel meer in. We waren niet zo gelukkig in de afwerking. Had PEC vrijdagavond last van ditzelfde afmaak-virus toen ze met 2-4 onderuit gingen? We zullen het nooit weten.