ZSG 4
De uitgangspositie was duidelijk. Het sterke Schaakstad Apeldoorn 5 en wij stonden precies gelijk, bovenaan in de poule, met ieder acht matchpunten en 19 bordpunten. Schaakstad speelde vanavond tegen de nummer vier (Denk en Zet 1, vijf matchpunten), en wij tegen de nummer twee (VSG 3, ook vijf matchpunten). Het net gepromoveerde ZSG 4 zou dus altijd als tw Lees verder...
Voorst is een dorp in de gemeente Voorst, waarvan de hoofdplaats Twello heet. Ook het gemeentehuis van de gemeente Voorst staat in Twello. Denk nu niet dat Voorst een sneu dorp is! Jurgen Streppel, organisator van de ‘Jurgen Streppel voetbalweek’ en trainer van sc Heerenveen, werd er geboren, net als Anthony Winkler Prins, grondlegger van de Winkler Prins Encyclopedie. Voor jeugdige ZSG-leden, opgevoed met smartphone en iPad, wil ik nog wel eens een keer een voordracht houden over de vraag wat een encyclopedie ook alweer precies was. Balancerend tussen IJssel en Veluwe is het landelijke Voorst een beeldschoon en gezellig dorp. Wanneer ik de geniepige flitspaal langs de Rijksstraatweg (midden in het dorp) weet te vermijden, kom ik er graag. Mijn moeder woonde tot voor kort in het nabijgelegen Zutphen.
Op de website van de Voetbalvereniging Voorst kan ik niet vinden of Jurgen Streppel (organisator van de ‘Jurgen Streppel voetbalweek’) ooit bij die club gespeeld heeft. En in het verlengde daarvan: of Jurgen Streppel (organisator etc.) ook schaakt! Deze vraag kwam in mij op omdat in de kantine van VV Voorst tegenwoordig op maandagavond de Voorster Schaakclub (van 1937) speelt. En daar moesten wij met ZSG 4 naartoe voor onze tweede wedstrijd in de Klasse 3C der Oostelijke Schaakbond. Als verklaard Jurgen Streppel-fan een hoogtepunt waaraan ik op deze plek niet lichtvaardig voorbij wil gaan. Er schijnt ook een Twellose Schaakclub (van 1935) te zijn, maar daar valt in Voorst weinig informatie over te verkrijgen.
De Voorster Schaakclub lijkt mij, als ik hun website bekijk, een schoolvoorbeeld van clubliefde en cohesie: kwaliteiten die wij in de grote stad tegenwoordig zo node zeggen te missen. De vereniging telt een veertigtal leden en toch 3 teams in de OSBO, en organiseert jaarlijks het Open Voorster Schaakkampioenschap. Verder heeft men een eigen clublied waarvan één der refreinen luidt:
Voorst schaakt, Voorst Schaakt,
De schaakclub geeft vermaak.
De Koning en het Paard, de Dame en pion,
De Lopers, Torens, dat is het spel,
Dat is het schaakspel, het schaakspel,
Van onze clu-hu-hu-hub.
Dat is het schaakspel van onze club!
(wijze: de Zilvervloot)
Mooi!
Zwolle – Voorst is een aanzienlijke afstand. Dat gaf me de gelegenheid om met Martin en Gijs eens even uitgebreid de vaderlandse voetbalcompetitie door te nemen. Over de match tegen Voorst 3 hadden we het nauwelijks. Onderweg werden we voorbij gezoefd door de laagvliegende bolide van Koen, waarin we vaag de andere leden van ons team meenden te ontwaren. Ook in de kantine van de VV Voorst viel het me op hoe ontspannen iedereen van ZSG 4 bij aanvang van de wedstrijd was: onze onverwachte overwinning op Denk en Zet, vorige maand in de Terp, had ons zelfvertrouwen duidelijk goed gedaan. De kantine van de VV Voorst kenmerkt zich door een ruim voorportaal, waar we de voetbalschoenen en de trainingspakken achter konden laten, een eigen jeugdhonk en een enorme bar waar Koen en Gijs gelijk al verlekkerd naar stonden te loeren. Het is waarschijnlijk de enige voetbalkantine in Nederland met een bruidsreportage aan de wand. De kantine is op maandagavond geheel gereserveerd voor de schakers. We werden er allervriendelijkst ontvangen. Medekoploper Voorst 3 speelde vanavond tegen ons in haar sterkste opstelling!
Gijs en Martin schaakten deze ronde op de plek waar ze thuis horen: aan de hoogste borden! De tijd van gemakkelijke, tactische opstellingen is voor hen voorbij. Er moest nu maar eens op het allerhoogste niveau gepresteerd worden! Mijzelf had ik aan bord 3 gezet, waar ik met wit te maken kreeg met de Philidorverdediging en waarbij ik ergens in het middenspel een geïsoleerde centrumpion opliep. Dat kleinood werd door mijn tegenstander bekwaam veroverd, waarna er veel stukken van het bord verdwenen en er een pionneneindspel met lopers van ongelijke kleur ontstond. Maar dan wel met een pion minder voor de witspeler! Ergens had ik eens in een boekje gelezen dat zo’n eindspel vaak remise wordt (ik had geen idee hoe…) en dus leek het me wel gepast om eens na te gaan of mijn tegenstander dat boekje ook gelezen had. Ik bood remise aan. Hij wees mijn voorstel een beetje nurks van de hand, en terecht, want een heleboel zetten later had hij een tweede pion veroverd en keek ik tegen twee vijandelijke, ver opgerukte vrijpionnen aan. Mijn eigen Koning en loper verkeerden daarbij akelig benauwd in de linker benedenhoek van het bord. Nu herinnerde ik me ook dat je zelfs met twee pionnen minder, en wanneer er sprake is van lopers van ongelijke kleur, in heel zeldzame gevallen toch remise kunt maken. En dat dat iets van doen had met een diagonaal. Maar welke diagonaal?
Deze peilloos diepe gedachten, en de zoektocht naar die diagonaal (ik moet dat allemaal zelf ter plekke aan het bord uitvinden!), hadden me ondertussen ontzettend veel tijd gekost. Ik had nog ongeveer drie minuten op de klok (mijn tegenstander drie kwartier). Bovendien moest ik plotseling ontzettend nodig plassen (de koffie, de thee, de sinas). Er zat niets anders op: ik moest! Koeltjes meldde ik de Voorstenaar dat ik er even tussenuit piepte en ik sprintte lichtelijk gespannen, en met grote aandrang, naar het toilet in de ruimte voor de voetbalschoenen en de trainingspakken. Ik zal niet gauw het gezicht van mijn tegenstrever vergeten toen ik, met minder dan een minuut bedenktijd op de klok, terugkeerde en geheel verfrist opnieuw aan het bord plaatsnam. Bovendien had ik nu mijn diagonaal ontdekt! Vanaf dat moment was het duidelijk: ook al brandde de kantine van de VV Voorst ter plekke af en ook al kwamen de vier ruiters van de Apocalyps aangegaloppeerd van achter de doelpalen, ik bleef zitten waar ik zat en mijn zwartveldige loper zou de diagonaal a1 – h8 nooit meer verlaten! De Voorster Koning hield ik gewoon af met mijn eigen Koning! Alles paste wonderwel. Weer een heleboel zetten en vergeefse pogingen later (ik leefde ondertussen op mijn bijtellingen en was allang gestopt met noteren) moest mijn tegenstrever toegeven dat hij er geen gat meer in zag. Altijd vervelend als je twee pionnen voorstaat. Sportief wenste hij me geluk: nooit eerder werd een halfje zo hard bevochten!
Slotstelling Gé van den Bovenkamp x Harry Schurink, omstreeks de 75e (?) zet. Zwart speelt.
Enigszins wankel begaf ik me naar het scoreformulier om daar te ontdekken dat de stand nog steeds gelijk was. Ineke had gewonnen en Reinier had verloren: ik had er geen zet van meegekregen! Onze eigen Hou Yifan had aan het vijfde bord, in een aangenomen Damegambiet, op de negende zet al een (schijn?)offer met een paard op g5 gepleegd. Toen dat niet werd aangenomen, lag de vijandelijke koningsstelling gelijk aan barrels. Eigenlijk was de partij (volgens Fritz) ‘in hogere zin’ al voor haar gewonnen! De Voorster Koning zou nooit meer aan rokeren toekomen.
Ineke Binnendijk x Maarten Jansen na 25. Dd3-h7† (direct 25. d5 was ook mogelijke geweest). Er volgde: 25. … Tg7 26. Dh5† Kf6(?) 27. d5 Tee7 28. Txe6† Txe6 29. Txe6† 1 – 0
Reinier had dus verloren, maar leed daar niet zichtbaar onder. Hij had het 34 zetten lang volgehouden tegen een tegenstander die minstens 800 ratingpunten meer had en dat stemde hem tot tevredenheid. Van Henk van S. had hij op de club een maagdelijk notitieboekje gekregen, en dat leek het begin van een glanzende schaakcarrière. Reinier heeft altijd een klein lachje, waardoor ik nooit precies weet of hij mij voor de gek staat te houden. Moedige speler: Reinier!
In het laatste half uur van de wedstrijd moesten de punten derhalve van Koen (bord 6), van Gijs (bord 1) en van Martin (bord 2) komen. Dat zag er goed uit, want zowel Koen als Gijs stonden zeker niet slechter dan hun tegenstander. Koen stond een mooie pion voor, en Martin zelfs twee! Met Koen is er dit seizoen iets raars aan de hand. Hij heeft (op het internet?) een soort super-agressieve stijl ontwikkeld waarbij hij zoveel mogelijk lijnen naar de vijandelijke Koning opent en dan rücksichtsloos met al zijn stukken in de aanval gaat. Ik weet niet of het altijd allemaal even correct is, maar zijn tegenstanders maken de fouten en worden vervolgens genadeloos afgeslacht. Koen 2.0 is een verrijking voor de Roeiboot! Een voorbeeld:
Dick Hoekman x Koen Sloof, na 39. f4(?). Er volgde: 39. … Th8† 40. Kg2 Pe4 (ook 40. Lh5 faalt op Pe4) 41. Dxg6† Txg6 42. Txg6† Dxg6† 43. Kf1 Pd2† 44. Kf2 Th2† 0 – 1
En dat allemaal a tempo en in een stevige tijdnood! Het kan niet anders of ook na twee volledige ronden moet Koen nog steeds de best presterende speler (het verschil tussen de behaalde score en de, op basis van rating, verwachte score) der Klasse 3C zijn. Biertje voor Koen!
Gijs had aan bord 1 - met wit spelend - een gelijkwaardige tegenstander getroffen. Onze teamgenoot kwam beslist beter uit de opening, maar ergens in het middenspel vervluchtigde zijn voordeel en toen beide opponenten elkaar op de koningsvleugel naar de strot vlogen, was de stand min of meer gelijk. Het was een lust voor het oog hoe de Arbiter vervolgens toch de winst binnenhaalde!
Gijs de Koning Gans x Rolf van Agtmaal, na 45. …Th4†(?). Fritz geeft de voorkeur aan 45. … Ph4. Er volgde nu: 46. Kg3 Th1 47. Lxg6 Lxg6 48. Pxe5 h4†(?) 49. Kg2 1 – 0. 48. … Le8 of Kg7 falen op het winnende d4.
Met de matchwinst op zak begaven we ons in groten getale naar het laatste bord waar nog gespeeld werd: dat van Martin. Eigenlijk mocht de winst voor onze teamgenoot geen probleem zijn, want er stond een toreneindspel op het bord waarin hij twee verbonden vrijpionnen meer had. De problemen voor Martins tegenstander waren eigenlijk pas begonnen op zet 44, toen deze een eerste pion kwijtraakte.
Koen Molewijk x Martin Logtenberg na 42. Tf5-f4. Er volgde: 42. … Dc2† 43. Kg1 Dc1† 44. Kh2 Dxa3 45. Dg4(?) (Beter: 45. e4. Martin: ‘Hier raakte hij even het overzicht kwijt!’). 45. … Txe3 46. b5 Txf3
Echter nu, zo’n 25 zetten 'doormelken' later, begon Martins opponent te vluggeren en dat kon de man uit Voorst uitstekend! Martin had minder dan vijf minuten op de klok, ging mee in het tempo en moest steeds schipperen tussen een vijandelijk schaak (met de toren) van achteren, en de opmars van zijn eigen pionnen. In gierende tijdnood redde hij zich en liet één van zijn pionnen promoveren. Ook dat kostte weer tijd, want er stond natuurlijk geen nieuwe zwarte Dame voor het grijpen (foutje van zijn, veel te gefascineerde, teamleider). Nadat de omgekeerde toren (mag dat officieel nog?) toch vervangen was door een echte Dame, en nadat een Voorster (!) toeschouwer behulpzaam zelfs een tweede Dame voor Martin op de rand van het bord had gezet, was het tijd voor zijn geïmponeerde tegenstander om op te geven. We hadden met 1,5 – 4,5 gewonnen!
Martin was nu zo hyper dat ik eerst maar even een cooling-down inlaste waarbij onze ernstig verhitte, tweede bordspeler iets vloeibaars kon nuttigen. Bovendien was Gijs verdwenen om ergens op een herfstig trainingsveld te gaan staan roken. Ook Koen vertrok met de rest van de Roeiboot luidruchtig de nacht in. Erg was dat allemaal niet, want onze faire tegenstanders namen nogmaals uitgebreid de tijd om ons te feliciteren. Aardige kerels! Gelukkig had hun tweede team die avond, in dezelfde kantine, van VDS 2 gewonnen. Later was het schitterend om in de auto te zien hoe Gijs, bij het make-up lichtje van mijn vrouw, zijn partij op mijn iPhone zat te analyseren. Mistflarden rolden aan over de Veluwe en Martin zat nog zo vol adrenaline dat hij de enige was die tijdig opmerkte dat ik niet naar het station in Zwolle reed, maar naar de Veerallee (om Kor van Hoffen thuis te brengen ). Veel geslapen zou er die nacht dan ook niet worden…