ZSG 4
De uitgangspositie was duidelijk. Het sterke Schaakstad Apeldoorn 5 en wij stonden precies gelijk, bovenaan in de poule, met ieder acht matchpunten en 19 bordpunten. Schaakstad speelde vanavond tegen de nummer vier (Denk en Zet 1, vijf matchpunten), en wij tegen de nummer twee (VSG 3, ook vijf matchpunten). Het net gepromoveerde ZSG 4 zou dus altijd als tw Lees verder...
Ons in 2016 overleden erelid Dr. Jan Visser schrijft ergens in zijn memoires - uit de tijd vlak na de oorlog - over een bode die met pensioen ging ‘na dertig jaar het materiaal voor de spelers klaar te hebben gezet, en na afloop weer te hebben opgeruimd.’ Met weemoed dacht ik terug aan deze reeds lang weggesaneerde functionaris terwijl ik in een achterafzaaltje van de Terp, voorafgaande aan de match ZSG 4 - De Schaakmaat 2, mijn eenzame strijd met de schaakklokken voerde. Ik liep al de hele dag op aspirine, getroffen als ik was door de Moeder aller Verkoudheden. Echter: een speler van de Roeiboot verzaakt nooit! Wanneer hij (of zij) tenminste niet toevallig tussen zes planken terecht is gekomen...
We waren vanavond vanwege zoiets triviaals als de Kerstblitz naar een ver van de bar gelegen uithoek verbannen om daar alsnog het gevecht aan te gaan met een sterke tegenstander die, op de officiële speeldatum, de reis naar Zwolle niet had kunnen volbrengen. Het verhaal is bekend. Welhaast arctische weersomstandigheden hadden de behoedzame Apeldoornse chauffeurs doen besluiten de reis over een besneeuwde en spiegelgladde A50 af te breken, dan wel niet eens aan te vangen! Dat laatste had menig ZSG-lid op het Gastenboek nog verleid tot het opgewonden uiten van een aantal diepzinnige, doch verder volstrekt irrelevante, meteorologische bespiegelingen.
Gisterenavond was ik al gebeld door de teamleider van de tegenstander, met de boodschap dat hij zo vlak voor Kerst geen volledig zestal op de been kon brengen. Zelf zou hij ‘wegens andere verplichtingen’ ook niet meekomen. ‘Jammer!’ zeiden Alfred en Wanda, die zich vanavond speciaal voor de Kerstblitz op hun chicst hadden aangekleed. Gijs had er minder moeite mee. Uiteindelijk doken er vlak voor acht uur toch vijf sympathieke schakers op uit de Veluwse mist, met mooie verhalen over hun barre tocht van twee weken geleden. Eén van hen was een jeugdlid dat zijn vader de schande van twee nullen wegens NO wilde besparen. Moedige knul: dat konden we wel waarderen!
Intensief overleg met een aantal wiskundigen en speltheoretici had er niet toe geleid dat ik vanavond veel aan de opstelling hoefde te veranderen. Reinier - bord 4 bleef leeg - mocht een avondje snelschaken en verder speelden we, op basis van rating, in onze vertrouwde bordvolgorde. Daar kwam bij dat de Schaakmaten van te voren erg lastig in te schatten waren. Weliswaar stonden ze onderaan in de poule, maar ze waren de eerste ronde vrij geweest en hadden de tweede verloren van de gedoodverfde kampioen (Schaakstad Apeldoorn 5). Hun gemiddelde rating was van te voren op papier een stuk hoger dan die van ons, maar daar was met hun opkomst van vanavond wel een flinke deuk in geslagen.
De eerste die klaar was, was Koen. De tijd dat onze puntenmachine (drie uit drie!) zich door jeugdleden in de luren liet leggen, is lang voorbij. Het klusje werd met wit aan bord 6 snel en met chirurgische precisie geklaard, waarna de jongste van het tweetal bij zijn vader een knuffel kwam halen en met het een of andere elektronische speeltuig naar de bar verdween. Respect voor beiden!
Omdat mijn tegenstander van het nadenkerige type was, had ik tijd voor een eerste rondje langs de borden. ‘Jul, jul, strålande jul,’ had een Zweeds koor ‘s middags op de autoradio in een programma met Kerstliederen gezongen. Ik had geen flauw idee wat het betekende (toch eens aan Jonas vragen!), maar er was beslist een strofe bij geweest over vrede op aarde en dat wij onze medemensen niet naar de strot moeten vliegen. De resterende borden in onze match van vanavond spraken echter een heel andere taal! Ineke stond een pion achter en moest iets zeer gewelddadigs verzinnen, bij Gijs en bij mij werd ook al hard gevochten maar was de stand min of meer in evenwicht, en alleen Martin stond een bevredigende kwaliteit voor. We hadden nog anderhalve punt nodig voor de overwinning. Dat zou toch moeten kunnen…
Na een tijdje zat onze Schaakgenote aan bord 5 toch weer haar rating op te pimpen. Ze was, in een soort symmetrisch Engelse opening, met zwart een pion kwijt geraakt (‘Iets te veel zetten a tempo gespeeld!’), maar goochelde handig haar Dame de vijandelijke stelling binnen. En dat betekende 'druk, druk, druk'! Iets waar haar tegenstander maar moeilijk mee om kon gaan. Het slot was instructief en fataal. Op de gang zwol het rumoer van de Kerstblitz gelijk aan tot feestelijke hoogten…
Jan van Garderen x Ineke Binnendijk, na 27. De2. Er volgde 27. … Txe4 28. Dxe3(?) Txe3 29. Td1(??) (doch Lc2 of Lf1 kost de pion op a3) Lg4 30. Tg1 Txd3 31. h3 Le6 en opgegeven.
Het beslissende halfje werd, aan bord twee met zwart, door Martin binnengehengeld. Ik had zijn tegenstander al twee maal (bij een 3 - 0 achterstand, en zonder enig overleg met zijn teamcaptain!) remise horen aanbieden, en Martin kwam nu eerst maar eens vragen ‘wat de stand eigenlijk was’. Beide pionnenstellingen waren in elkaar geschoven, en hij zag geen mogelijkheden om zijn kwaliteit voorsprong nog in winst om te zetten. Ook Fritz lijkt die mening toegedaan. En zo stelde Martin onze matchoverwinning veilig. Diep in de nacht kreeg ik nog een cryptisch mailtje van hem ‘dat hij eigenlijk de hele partij verknald had.’ Geen kerstsfeer in Huize Logtenberg, blijkbaar, maar verder was het die avond niemand opgevallen. Zelfhaat (vaak aan de hand van computeranalyses) is iets wat mijzelf ook regelmatig overkomt. Daarom analyseer ik ’s nachts ook niet! Echter: ‘Fortunately you get as many points for playing poorly and making a draw, as for playing well and making a draw. That's a good thing.’ (Magnus Carlsen).
Slotstelling Martin Logtenberg x Hennie Zimmerman. Remise. Wit is aan zet.
Hierna ging het snel. De wedstrijd was gelopen, de tegenstanders wilden naar huis en wij aan de drank. Aan het derde bord bood mijn opponent, toen mijn koningsaanval met zwart dreigde te verpieteren, op het tactisch meest juiste moment remise aan. Het evenwicht was de hele partij geen moment verbroken geweest. Ook Gijs had het nu, met zwart aan bord 1, wel gezien. Na een middenspel waarin beide spelers duizelig van de vele paardzetten moeten zijn geworden, resteerde een slot met ieder 7 pionnen, met twee lopers voor wit en twee paarden voor zwart. De theorie zegt nu dat het van de pionnenstructuur afhangt, wie er in het voordeel is, maar de heren hadden er geen behoefte meer aan elkaar dat te bewijzen. Ik geef de slotstand hier aan de hand van de partijnotatie van de Arbiter. Misschien iets voor de Kerstdagen? Wit is aan zet. Als er beslist doorgespeeld moet worden, wie heeft dan de meeste kans om te winnen, en wat is het plan in deze stelling voor beide spelers? Onderbouwde analyses graag op het Gastenboek. En natuurlijk gebruiken we daar geen engine bij!
Jan Bulthuis x Gijs de Koning Gans. Remise na 31. ... Kf8
Eindstand ZSG 4 x De Schaakmaat 2: 4½ - 1½! We namen afscheid van de sportieve Schaakmaten en toen werd het nog even heel gezellig in de Terp. Dat laaste kwam ook omdat de aanwezige ZSG 1-spelers, sinds hun overwinning vorige week, weer wat babbels begonnen te krijgen. In de weken daarvoor had ons Vlaggenschip nog het meest geleken op iets droevigs uit de Discovery-serie ‘Gezonken galeien’, waarbij de door een ernstige vorm van RSI getroffen roeiers radeloos en redeloos ten onder gingen. Het was erg stil geweest op het Gastenboek. Maar dat leek nu, vlak voor Kerst, toch nog goed te komen... Ik ging vroeg naar huis. De hoogste tijd voor nog een aspirientje bovenop de vrijdagse eenheden. ZSG 4 was ongeslagen Herbstmeister! Wie had dat aan het begin van het seizoen gedacht? ‘Jul, jul, strålande jul!’