De Vette Zet Wisselbokaal maart 2012

Iedere woensdag worden in Stadshagen partijen gespeeld voor de jeugdcompetitie. De speler die daarbij de vetste zet speelt, mag een week lang de wisselbokaal op zijn nachtkastje zetten. 


Woensdag 28 maart 2012

Het is belangrijk om in een schaakpartij snel te rokeren. Dan staat de Koning veilig achter de pionnen. In de volgende partijstelling heeft wit al wel gerokeerd, maar zwart niet. Zwart mag bovendien niet rokeren zolang het Paard op e6 staat.

Een schaakregel is dat je niet mag rokeren als je schaak komt te staan op het veld waar de Koning overheen springt. Voor zwart is dat veld f8 bij de korte rokade en veld d8 bij de lange rokade. Naar beide velden kijkt het Paard op e6. Het Paard is ook verdedigd door de Toren op e1. Dat is een goede plek voor de Toren.

Met de witte stukken speelt Mette van Kasteren. Mette ziet een vette dubbelaanval. 
 

Ze maakt daarbij gebruik van de zwarte Koning die nog niet gerokeerd heeft en speelt: 1. Pe6-c7+. De Koning en de Toren zijn nu beide aangevallen. Zwart antwoord met 1. ...,Ke8-d8. Nu wordt de Toren geslagen met 2. Pc7xa8.



Woensdag 21 maart 2012


Martijn staat samen Niek bovenaan in de jeugdcompetitie. Dat dit niet toevallig is, laat Martijn Ekhart zien in de volgende partij.


Zwart is aan zet. Zojuist heeft hij door een mooie combinatie de witte Dame veroverd. De witte Koning staat daardoor bovendien niet meer veilig achter de pionnen. Martijn ziet nu mat in twee zetten. Jij ook?

Het is best moeilijk hoor. Als je mat wil geven moet je de Koning in ieder geval schaak zetten. Dat kan alleen met de Dame. Door op het veld h3 schaak te geven houdt de witte Koning de minste velden over. De witte Koning kan dan alleen nog naar g1. Nu kan zwart matzetten met het Paard.


Woensdag 14 maart 2012


De Torens zijn belangrijke schaakstukken omdat ze ver kunnen kijken, tenminste... als ze op de goede plek staan. Kijk maar eens naar de volgende stelling.

De zwarte Toren op a7 kijkt tegen de eigen pionnen aan. De zwarte Toren op g6 staat beter. Maar ook die Toren kijkt nog tegen een eigen pion op g7 aan. De witte Torens daarentegen hebben meer ruimte en kijken naar elkaar. Dat is ook altijd slim. Probeer aan het eind van de opening altijd om de Torens naar elkaar te laten kijken. Ze verdedigen dan elkaar. Daarna kunnen de Torens het beste op open lijnen gezet worden. Lijnen zijn de velden die recht achter elkaar liggen met de letters a tot en met h eronder. Niet verwarren met de rijen hoor. Rijen zijn de velden met de cijfers zijn 1 tot en met 8. Een open lijn is een lijn waarop geen pionnen meer staan. In de stelling is er een open c-lijn, een open e-lijn en een open h-lijn. Als er nog geen open lijnen zijn dan staan Torens ook goed op half open lijnen. Dat zijn lijnen waarop alleen wit of alleen zwart een pion heeft staan. In de stelling is de g-lijn een half open lijn, want alleen zwart heeft een pion op de g-lijn.

Stijn Weelink speelde in de stelling met de witte stukken. Hij heeft zijn Torens op een open lijn gezet. Bovendien kijken de Torens naar elkaar. Dat zijn vette zetten Stijn. De bokaal is deze week voor jou.


Woensdag 7 maart 2012

Vandaag is er geen jeugdcompetitie gespeeld, maar een mini snelschaaktoernooi. Voor de verandering wordt er dus met een klok gespeeld. Is de bedenktijd op, dan heeft de speler die te lang heeft nagedacht verloren. De spelers kregen 5 minuten per persoon per partij. Dat lijkt weinig. Toch is er niet één partij geweest waar de volledige tijd verbruikt is. Het was dus een goede oefening. 5 minuten om na te denken is best lang genoeg om goede zetten te doen. De beste truc bij snelschaken is om goed te letten op onverdedigde stukken. 
Er zijn twee poules gemaakt.

Op de foto de 7 spelers en trainer Bram in poule A.

In de vele partijen is niet één vette zet gespeeld, maar een heleboel. De winnaars van beide poules krijgen een Wisselbokaal voor een week mee naar huis.

Poule A is gewonnen door Martijn Ekhart.


In de B-Poule was Paul Alkema de beste.